‘Ik weet niet beter’, zegt Alfred de Bruin, als je hem vraagt hoe hij in het vak is gerold. ‘Toen ik vier was, ging ik al met mijn vader mee, doosjes opvouwen. Mijn vader gaf me ook mijn eerste vakantiebaantje. Als je goed bent in dit vak, vertelde hij, kun je goed geld verdienen.’
Zijn vader leerde hem nog meer belangrijke lessen. Hard werken en eerlijk zijn, bijvoorbeeld. Je afspraken nakomen en praten als er wat aan mankeert. Een jaar geleden nam Alfred het bedrijf over, dat zijn vader in 1983 was begonnen. ‘Het was eigenlijk vanzelfsprekend dat ik dit ging doen, maar het is me niet opgedrongen’, zegt hij. ‘Mijn broertje doet iets heel anders. Maar ja, ook hij kan tegelen. Hij springt weleens bij.’ En zijn vader vraagt hij nog regelmatig om advies.
Acht eigen mensen heeft het bedrijf in dienst. En een pool van zo’n twaalf vaste zzp’ers. Samen werkten zij aan projecten voor onder andere de Bijenkorf in Den Haag, zwembad Vathorst in Amersfoort en het gemeentehuis van Krimpen aan de IJssel. ‘Op een groot project hoor je alle talen. Vakmensen moet je tegenwoordig ook zoeken over de grens. Ik heb onder anderen iemand lopen uit Moldavië. Maar wij komen ook veel bij particulieren. Die komen bij ons in de showroom voor advies. Dan vind ik dat er ook een busje van De Bruin moet voorrijden en je de klant in het Nederlands moet kunnen aanspreken.’
De Bruin Tegelwerken is daarom een erkend leerbedrijf. ‘Natuurlijk ben ik bezig met het opleiden van jonge jongens, zij zijn het voortbestaan van het bedrijf’, zegt Alfred, die zelf nog regelmatig ‘met de handen in de lijm zit.’ ‘Goede tegelzetters zijn schaars. Ik probeer weleens mensen uit de regio te halen, met een advertentie. Daar komt dan nul reactie op. Ik probeer het via uitzendbureaus en via de opleidingen.’
Daley is zo’n jongen van de opleiding. Hij gaat twee avonden per week naar school en werkt ondertussen vijf dagen bij De Bruin. ‘Bij zo’n project als dit kan hij lekker veel vlieguren maken. Die jongen zie je opeens enorme stappen maken. Werkt netjes, schoon, de voegen zijn strak. En waar hij een maand geleden nog met zweet op zijn hoofd een dag deed over een badkamer, loopt hij nu rond 14.00 uur al naar de volgende. Ja, daar heb ik schik van.’
Altijd al met Eurocol gewerkt? ‘Nee, dat niet’, geeft hij toe. ‘Wij kregen het bij een opdracht, waarvoor we Mosa-tegels inkochten, aangeboden via een leverancier. Ik heb jarenlang bij een andere groothandel ingekocht, maar daar deden ze nooit iets aan de prijs. Nu was ik opeens een stuk goedkoper uit. Maar eerlijk gezegd is prijs niet het belangrijkste. En ook de kwaliteit niet. De merken ontlopen elkaar niet zo. De plus van Eurocol is de projectbegeleiding. Die is top.’
‘Forbo Eurocol is gewoon heel loyaal. Ze staan voor je klaar. Ze regelen desnoods een bodedienst als er snel iets geleverd moet worden. En als mijn leverancier loyaal is, ben ik dat ook.’ En er is nog een praktisch punt waarom hij alleen met Eurocol-producten werkt op een project. ‘Stel, ik moet hier over drie jaar iets repareren. Dan weet ik precies welk product ik heb gebruikt.’