5 tips voor een mooie strakke en waterdichte voeg
1. Goed mengen vormt de basis
Uiteraard zorg je er eerst voor dat er na het tegelen geen lijmresten in de voeg achterblijven Hierdoor wordt de vulling van de voeg niet optimaal, wat kan leiden tot voegverkleuring. Daarnaast moet het tegelwerk natuurlijk schoon zijn voordat je begint. Zorgvuldig mengen, met de voorgeschreven hoeveelheid water, vormt de basis van een goede voeg. Vanzelfsprekend is dit water schoon, net als de mengemmer en het gereedschap dat je gebruikt. Je mengt het voegmiddel mechanisch volledig goed door totdat een egale, soepele voegmortel ontstaat, zonder klonten. Hierna laat je de mortel een paar minuten staan om te rijpen en voordat je met voegen begint, meng je deze nog een keer handmatig door met een troffel. Meer water gebruiken om de mortel te verdunnen? Nooit doen! De voorgeschreven mengverhouding op de verpakking is gebaseerd op uitgebreide tests in ons laboratorium en in de praktijk. Hiermee is de kwaliteit van elke Eurocol-voeg gegarandeerd.
2. Breng de voegmortel diagonaal aan
Zorg altijd voor goed en schoon gereedschap, zoals een schone inwasspaan met scherpe kanten. Hiermee verwijder je eenvoudig overtollig voegmateriaal van de tegels. Houd je altijd aan de voorgeschreven verwerkingstijd van de aangemaakte voegmortel zodat de voeg optimaal zal afbinden. Dat dit ook binnen het aangegeven temperatuurbereik moet zijn, spreekt voor zich. Breng de voegmortel altijd diagonaal aan op het tegelwerk. Dit doe je ‘vlak en vol’, waarbij je erop let dat er geen luchtbellen onder de voeg kunnen ontstaan. Na droging van de voeg worden die namelijk zichtbaar als gaatjes of putjes. Houd hoeken, aansluitingen en leidingdoorvoeren vrij om later netjes af te kitten. Na het aanbrengen van de voegmortel laat je de voegen korte tijd drogen.
3. Spons niet te vroeg en niet te laat
Voor het beste resultaat is het belangrijk om het tegelwerk precies op het juiste moment te gaan afsponzen. Wacht hiermee niet te lang, maar start ook zeker niet te vroeg. In het laatste geval spons je dan namelijk voegmateriaal uit de voeg waardoor deze ‘hol’ opdroogt. Een handig hulpmiddel is om de voegen zachtjes met een vingertop aan te raken. Blijft er geen voegmateriaal op je vinger achter, dan is de voeg droog genoeg om deze te gaan sponzen. Let op: bij vloertegels - toegepast op de vloer en/of op de wand - is de droogtijd van de voeg langer dan bij een zuigende wandtegel. Bevochtig het tegelwerk eerst met een licht vochtige handspons en wacht vervolgens ongeveer 1 minuut. Dit is lang genoeg om aanwezig voegsel op het tegeloppervlak los te weken. Spons vervolgens met een draaiende beweging en met lichte druk het cementwaas los van de tegels. Let op: spoel de spons regelmatig met schoon water uit en gebruik ook alle zijden van de spons. Is het relatief warm in de werkruimte of moet je grotere oppervlakken sponzen of tegels met een ruw oppervlak (reliëftegels), gebruik dan een ‘emulgeerpad’ (Scotch Bright) om de cementsluier van de tegels te verwijderen. Gebruik bij het afsponzen bij voorkeur twee sponzen en twee sponsbakken. Met de een emulgeer je, met de ander spons je het tegelwerk diagonaal schoon. Rol het sponsbord steeds goed droog, dan neemt dit de vervuiling het best op.
4. Corrigeer de voegen met een handspons
Heb je het tegelwerk volledig schoongesponsd, dan kun je direct beginnen met het corrigeren van de voegen. Dit doe je met een vochtige handspons die je in een evenwijdige beweging over de voegen wrijft. Belangrijk hierbij is dat je alle voegen gelijkmatig raakt bij het sponzen, zodat ze ook gelijkmatig worden bevochtigd. Hierdoor zullen ze ook mooi gelijkmatig afbinden en opdrogen, zonder onderlinge kleurverschillen. Gebruik bij deze bewerking zo min mogelijk water en spoel de spons ook hierbij regelmatig uit met schoon water.
5. Spons het tegelwerk na voor een egale voegkleur
Na het corrigeren van de voegen is het tijd om het hele tegelwerk nog een keer grondig na te sponzen. Ook dit doe je uiteraard met schoon water en een schone spons. Beweeg de spons hierbij diagonaal over het tegelwerk, waarbij je de reeds gecorrigeerde voegen zo min mogelijk probeert te raken. Benut ook nu weer alle zijden van de spons. Na 1 uur spons je ook de voegen nog een keer na, waarbij je alle voegen gelijkmatig raakt in evenwijdige richting. Hiermee verwijder je de laatste lichtere vervuiling van de voeg, waarna deze mooi egaal van kleur opdroogt. Is er na het opdrogen toch nog enigszins een cementsluier zichtbaar op de tegels, neem deze dan af met een schone droge doek. Het resultaat is mooi strak tegelwerk, met gelijkmatige voegen zonder kleurverschil.
Klik hier voor het Eurocol-voegmiddelenassortiment.