De ideale ondergrond begint met egaliseren: 5 tips!
1. Beoordeel eerst de ondervloer
Een perfect vlakke egalisatie begint met een goede voorbereiding. Zoals bij elke vloerafwerking, check je eerst de ondervloer. Heb je te maken met zand-cement of met anhydriet? Is de vloer sterk zuigend of gesloten? Zijn er krimpscheuren of beschadigingen die eerst moeten worden gerepareerd? Afhankelijk van de ondervloer kun je kiezen voor een cement- of gipsgebonden egaliseermiddel en met een hybride product zit je altijd goed. Om die reden gebruiken veel project- en woninginrichters tegenwoordig standaard de 924 Europlan Hybrid. In deze Eurovisie introduceren we in de rubriek Producten bovendien de 926 Europlan Eco Hybrid. Allebei geschikt voor zand-cement én anhydriet.
2. Wel of niet voorstrijken?
Hier kunnen we kort over zijn: een poreuze, sterk zuigende ondervloer strijk je altijd voor met een geschikte primer. Dit versterkt de ondervloer en eventuele stofdeeltjes die zijn achtergebleven na het schuren en stofzuigen van de vloer, worden erdoor gebonden. Vooral nieuwe anhydriet- en zand-cementdekvloeren blijven vaak stoffig, dus strijk die altijd voor. De primer vormt een uitstekend hechtende tussenlaag waarop het egaliseermiddel bovendien nog beter uitvloeit. De primerlaag voorkomt ook een te snelle vochtonttrekking uit de nog natte egalisatie, waardoor deze minder goed zou vloeien. Er zijn ook egaliseermiddelen die op een gesloten, of minder zuigende ondervloer prima zonder primer kunnen worden toegepast, zoals de 990 Europlan Direct en de 991 Europlan Direct Rapid, maar dit moet altijd per situatie worden beoordeeld. Is de ondergrond echter sterk zuigend, strijk deze dan altijd voor.
3. Egaliseer minimaal 2 mm dik
Zuinigheid met vlijt, maar niet met egaliseren! Met een egalisatielaag creëer je namelijk niet alleen een perfect vlak en/of glad oppervlak, de egalisatie absorbeert ook vocht uit de lijm waarmee je de latere vloerbedekking installeert. Hierdoor bindt die lijm optimaal af zodat een goede hechting wordt gegarandeerd. Is de egalisatie dunner dan 2 mm, dan is het vochtabsorberend vermogen onvoldoende. Bij een te dunne egalisatie loopt bovendien het vloeivermogen sterk terug, wat weer ten koste gaat van de verwerking met een spaan of rakel en het narollen met de prikkerrol. Zodra de egalisatie droog is - afhankelijk van het gekozen product en de verwerkingsomstandigheden - schuur je de toplaag licht na en verwijder je het stof met een industriestofzuiger.
4. Zorg voor gelijkmatige droging
Verschillende egaliseermiddelen hebben verschillende droogtijden. Los van de producteigenschappen en het type ondervloer, bepaal je mede op grond hiervan de keuze van het meest geschikte egaliseermiddel. Ook de klimatologische omstandigheden en een goede ventilatie zijn hierbij belangrijk. Voor alle egaliseermiddelen geldt echter: voorkom een te snelle droging, want dit gaat altijd ten koste van de kwaliteit van de egalisatie. Met andere woorden: volg altijd de voorgeschreven hoeveelheid schoon mengwater op en neem maatregelen tegen een te snelle droging ter plaatse. Oorzaken kunnen zijn een te hoge omgevings- of vloertemperatuur (vloerverwarming!), direct invallend zonlicht, tocht, enzovoort. Het gevolg is vaak een ‘sinaasappelhuidje’ of ‘olifantshuid’ in de toplaag en dat betekent een extra nabewerking.
5. Soms is bij renovatie een vochtscherm nodig
Extra aandacht is geboden bij de renovatie van een bestaande vloer. Wil je hierop een dampdichte vloerbedekking aanbrengen, controleer dan vóór het egaliseren of er nog oude, vochtgevoelige lijmresten aanwezig zijn. Is dit het geval, schuur, frees of schaaf de bestaande toplaag dan volledig weg en breng hierop een vochtscherm aan. Dit doe je met 021 Euroblock Reno LE, 023 Euroblock Fast of
026 Euroblock Multi. Let op: op de 026 gebruik je géén primer, maar bij de 021 en 023 strooi je een tweede laag in met 846 Quartzsand of je brengt als hechtbrug met een schuimroller een dunne laag
044 Europrimer Multi aan. Ga je direct egaliseren over een achtergebleven lijmlaag heen, dan kan die lijm gaan oplossen waardoor deze ‘versnottert’ of ‘verzeept’. Het gevolg? Een egalisatielaag die onthecht en veel kostbaar en tijdrovend reparatiewerk. Installeer bij dit soort omstandigheden dus altijd een vochtscherm!
