Een vlakke ondergrond is voorwaarde voor elke geslaagde tegelklus, maar het belang ervan is bij glasmozaïek nog eens extra groot. Want ga maar na: een matje glasmozaïek is eigenlijk een verzameling kleine losse tegeltjes. Is de ondergrond waarop je ze verlijmt niet vlak, dan zie je elk kuiltje of hobbeltje terug in het eindresultaat. Extra tegellijm gebruiken om gaten mee op te vullen is af te raden, want een te dikke lijmlaag kan krimpen. Resultaat: een deuk in je werk en in je imago. Het is een vergelijkbaar effect als met gipsplaten waarvan de naden niet goed zijn dichtgezet. Dat geeft na droging een verzonken naad te zien. Daarom: voor het verlijmen van glasmozaïek altijd netjes egaliseren!
Zoals bij tip 1 gesteld, bestaat een glasmozaïekmatje uit kleine losse tegeltjes. Die moeten dus allemaal afzonderlijk optimaal hechten en dat begint met een goede Eurocol-primer. Het kost weinig extra tijd en geld en je neemt ermee het zekere voor het onzekere, vooral op een zuigende of stoffige ondergrond. Nog een voordeel: met de primer verleng je de open tijd van je lijm, dus creëer je extra tijd om nauwkeurig te werken. En verwerk je het glasmozaïek op de vloer in een ruimte waar de stukadoor is geweest, dan zorgt de primer ervoor dat je vlekken van stucmateriaal fixeert, voor een betere hechting van de lijm. Niet voorstrijken? Valse zuinigheid!
Het lijkt een open deur, maar we zien in de praktijk nog weleens dat niet de juiste lijm wordt gebruikt voor glasmozaïek. Diverse Eurocol-lijmen zijn uitstekend geschikt voor dit specifieke tegelwerk, maar de juiste keuze hangt af van de ondergrond en de toepassing van de betegelde ruimte. Is het bijvoorbeeld voor een hamam in een wellness-centrum, dan krijg je tijdens het gebruik met veel vocht te maken. Gebruik dan een 2-componentenlijm en -voeg, zoals 703 lijm- en voegepoxy. Die kun je ook prima voor buitenruimten toepassen. Wordt het glasmozaïek in een droge ruimte toegepast, dan kun je zowel een pastategellijm als een poedertegellijm gebruiken. Pasta op een perfect vlakke wand, poedertegellijm op de vloer. Let op: neem een lijmkam met een voor de specifieke lijm voorgeschreven vertanding en strijk deze lijmlaag gelijk vlak. Zo creëer je een optimaal lijmcontactvlak en voorkom je dat er lijm in de voegen omhoogkomt.
Het laatste wat je in je glasmozaïek wilt hebben, zijn zichtbare contouren van de matjes in het eindresultaat. Met de voorgaande tips voorkom je dit al voor een belangrijk deel, maar een extra zekerheid creëer je door de matjes te verlijmen in baksteenverband. De naam zegt het al: elke nieuwe rij matjes begin je door het eerste matje steeds half te laten verspringen ten opzichte van het matje waar je op aansluit. Als in een gemetselde bakstenenmuur. Zo ontstaat één fraai strak en doorlopend geheel, of je nu een vloer, een wand, een zitbank of een ander object betegelt.
Secuur werken kost tijd. Dit geldt voor het netjes verlijmen van de glasmozaïekmatjes, maar ook voor het inwassen en schoonsponzen ervan. In tegenstelling tot wandtegels, neemt glasmozaïek geen water op, dus blijft de aangebrachte voeg langer nat. Plan daarom voldoende droogtijd in voor het voegwerk en houd hierbij ook rekening met de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. Controleer de droging van de voeg regelmatig, zodat je precies op tijd kunt beginnen met schoonsponzen. Doe je dit te vroeg, dan veeg je het voegmateriaal eruit. Gebruik voor het afvoegen in natte ruimten altijd een van onze WD-voegen (waterdicht). Bij extremere omstandigheden, zoals in een buitenruimte of waar met een hogedrukspuit wordt gereinigd, kun je het best kiezen voor de 703 lijm- en voegepoxy of 716 Eurodur HP. Dek glasmozaïek buiten altijd zorgvuldig af want een stevig buitje spoelt vers voegwerk gemakkelijk weg. Zonde van je werk!