Controleer altijd eerst of de constructie van vloeren en wanden solide en in orde is. Ook moet de ondergrond vlak, schoon en droog zijn. Een ongelijke betonvloer of zand-cementvloer strijk je voor met
099 Dispersieprimer, waarna je de vloer - na droging - egaliseert met 990 Europlan Direct of 924 Europlan Hybrid. De laatste is ook geschikt voor gipsgebonden (anhydriet)vloeren. Vochtabsorberende wanden strijk je ook voor met 099 Dispersieprimer en gaten en grotere beschadigingen repareer je met 955 Wandostuc. Tegel je over bestaand tegelwerk heen? Reinig en ontvet dit dan met
014 Euroclean, dat je onverdund aanbrengt op de bestaande tegels, zowel op de vloer als op de wand. Nadat je de 014 hebt laten inwerken, schrob je de tegels met een harde borstel of bezem. Voor grotere vloeroppervlakken kun je ook een schrobmachine gebruiken. Na het schrobben neem je het vuil op met een katoenen doek.
Ga je in een ruimte zowel de wanden als de vloer betegelen, begin dan op de wanden, tenzij je het vloer- en wandtegelwerk wilt laten stroken. In dat geval begin je met de vloertegels. Voor het betegelen van de wand leg je op de vloer de tegels op maat uit voor de wand waaraan je wilt beginnen. Om de voegbreedte te bepalen, kun je eventueel gebruikmaken van tegelkruisjes. Zorg ervoor dat de je de ‘eindtegel’ links en rechts op dezelfde breedte snijdt, zodat een symmetrisch tegelplan ontstaat. Houd hierbij ook rekening met ramen en deuren in de ruimte. Voor de eerste rij wandtegels zet je met een waterpas een verticale lijn op de wand waar je met de eerste tegel wilt beginnen. Uiteraard kun je ook kiezen voor een laserlijn, zeker op grotere projecten. Breng met de juiste lijmkam lijmrillen aan langs de verticale lijn en druk de eerste rij tegels schuivend in de lijm. Hierna trek je met een waterpas (of met een laserapparaat) op ooghoogte een horizontale lijn, precies gelijk met de bovenkant van een verlijmde tegel uit de verticale rij. Dit is de maatvoering voor de eerste rij horizontale tegels, die je net zo verlijmt als de verticale. Vanuit deze rechte hoek betegel je vervolgens het gehele wandvlak, zodat het tegelwerk niet kan ‘verlopen’. Desgewenst gebruik je hierbij tegelkruisjes of een tegelnivelleersysteem, om vlak tegelwerk te realiseren bij grootformaattegels. In de instructievideo over het Waterdicht Tegelwerk Systeem zie je alle stappen nog eens duidelijk uitgelegd:
https://www.youtube.com/watch?v=Ud-kfqGujBQ
Als het vloer en wandtegelwerk niet hoeft te stroken, werk je eerst alle wanden volledig af, inclusief het voegwerk. Zorg dat er geen lijmresten of vervuiling op de vloer aanwezig zijn en trek evenwijdig aan de langste wand een maatlijn op de vloer. Haaks op deze lijn zet je een tweede lijn uit op de vloer, evenwijdig aan de korte wand waaraan je wilt beginnen. Voor deze lijnen kun je een spatlijn of een laserapparaat gebruiken. Ook bij deze maatvoering en verdeling van de tegels zorg je ervoor dat de tegels aan het uiteinde links en rechts even breed worden gesneden, voor een symmetrisch tegelplan. Breng met de juiste lijmkam lijmrillen aan op de vloer en verlijm binnen 10 minuten de eerste twee rijen tegels nauwkeurig langs de maatlijnen. Zorg voor voldoende lijmcontactvlak - zo nodig volgens de buttering/floating-methode - voor optimale hechting en het voorkomen van tegelbreuk bij (zware) belasting van de tegelvloer. Vooral bij het werken met een tegelnivelleersysteem is dit van belang. Je kunt het lijmcontactvlak eenvoudig controleren door af en toe een tegel uit de lijm op te lichten. Verlijm steeds vlakken van zes of negen tegels tegelijk en controleer of de tegels recht en vlak ten opzichte van elkaar liggen.
Heb je de wanden betegeld, voeg deze dan eerst af voordat je de vloer betegelt (zie tip 2). Voor het voegen van de vloer en wanden ga je hetzelfde te werk. Nadat je de voegmortel goed hebt gemengd, breng je deze diagonaal en ‘vlak en vol’ over de tegelvoegen aan. Verticale en horizontale hoekvoegen houd je vrij. Zorg altijd voor schoon en goed gereedschap, zoals een inwasspaan met scherpe kanten. Hiermee verwijder je eenvoudig overtollig voegmateriaal van de tegels. Het moment van afsponzen is belangrijk. Zodra er geen voegmateriaal op je vingertop achterblijft, is de voeg voldoende gedroogd om te beginnen. Je bevochtigt het tegelwerk met een licht vochtige spons en wacht vervolgens 1 minuut. Hierna spons je met lichte druk en draaiende bewegingen het cementwaas van de tegels. Gebruik bij hogere temperaturen, grotere oppervlakken en/of reliëftegels een emulgeerpad (Scotch Bright). Spoel de spons regelmatig uit in schoon water en gebruik alle zijden ervan. Gebruik bij voorkeur twee sponzen en twee sponsbakken. Een set om te emulgeren (cementwaas losmaken) en een om schoon te sponzen. Na het schoonsponzen kun je de voegen corrigeren met een vochtige handspons. Tot slot spons je het tegelwerk nog een keer grondig na om een egale voegkleur te bereiken. Na droging van het voegwerk kit je de vrijgehouden verticale en horizontale hoekvoegen af met 880 Euroseal Silicone in een kleur die mooi matcht met die van de Eurocol-voeg.
Bovengenoemde vier tips zijn algemene richtlijnen voor een geslaagd tegelproject. Voor de huidige trend van grootformaattegels en slabs heeft Forbo Eurocol speciale producten in het assortiment om deze ‘zware jongens’ succesvol te verlijmen, zoals diverse lijmen met een hoge aanvangskleefkracht en een uitstekend standvermogen. Een handig hulpmiddel bij het verlijmen van grootformaat is een tegelnivelleersysteem, waarvoor diverse soorten en merken op de markt zijn. Meer weten over het verlijmen van grootformaattegels en slabs met een tegelnivelleersysteem? Je leest het in deze Eurovisie-artikelen: