Zo krijgen kalk en schimmel geen kans op tegelwerk in natte ruimten

1. Wijs op het belang van goede ventilatie

Elke tegelzetter weet: geen of slechte ventilatie in een natte ruimte is vragen om problemen. Tref je een dergelijke situatie aan in een woning of op een project, bijvoorbeeld het ontbreken van mechanische ventilatie, een rooster of raam, wijs de opdrachtgever hier dan op, ga in overleg en deel dit tipsheet. Dit voorkomt vervelende discussies achteraf, wanneer er onverhoopt schimmel- of kalkproblemen ontstaan waar je als tegelzetter op wordt aangesproken.

2. Ga op zeker: kies een sterke voeg

Je kunt van alles adviseren, als tegelzetter heb je nu eenmaal geen invloed op hoe de betegelde ruimte in de praktijk wordt gebruikt en schoongemaakt. Dit geldt voor een badkamer in een woning, maar ook voor een douchruimte in een spa of zwembad, of bijvoorbeeld een industriële keuken. Het voegwerk krijgt het altijd het zwaarst te verduren, zowel tijdens een intensief gebruik als tijdens het reinigen ervan. Ga daarom altijd op zeker en kies bij zeer intensief gebruikte ruimtes vooraf een sterke voeg, zoals de 716 Eurodur HP. Een beresterke, cementgebonden voeg die bestand is tegen agressievere schoonmaakmiddelen en hogedrukreiniging. Bij extreem belastende omstandigheden kun je een epoxyvoeg overwegen.

3. Adviseer het tegelwerk droog te maken

Voorkomen is beter dan genezen. Geef de klant daarom eenvoudige tips mee waardoor schimmel- en kalkvorming minder kans krijgt. Zoals het naspoelen van een doucheruimte na gebruik om zeepresten en huidschilfers weg te spoelen, want die vormen een prima voedingsbodem voor schimmel. Het belang van goede ventilatie noemen we al, maar je kunt het tegelwerk ook een handje helpen om sneller te drogen. Door het water op de vloer met een trekker naar de afvoer te vegen en wanden droog te wrijven met een doek. Zo krijgt kalk uit leidingwater geen kans om zich af te zetten op tegels en voegen en schimmel gedijt niet op een droge ondergrond.

4. Wijs op de invloed van temperatuurverschillen

Naast een slechte ventilatie zijn ook wisselende temperaturen van invloed op de vorming van schimmel. Dit heeft te maken met condensvorming van waterdamp in de omgevingslucht. Tijdens het douchen stijgt niet alleen de relatieve luchtvochtigheid, ook de temperatuur van de lucht loopt op. Hierdoor ontstaat (extra) condens op wanden met een lagere oppervlaktetemperatuur. Het vooraf (ten minste 1 uur) op temperatuur brengen van de badkamer of doucheruimte helpt hiertegen. Goed ventileren tijdens en na het douchen is ook belangrijk, zo mogelijk door ook een deur of raam open te zetten. Dit laatste moet ook weer niet te lang (circa 15 minuten), want vooral bij een lage buitentemperatuur kan de condensvorming binnen weer toenemen omdat het wandoppervlak afkoelt.

5. Maak onderscheid tussen schimmel en kalk

Schimmels komen in verschillende hoedanigheden voor. Vaak zijn ze zwart, maar soms ook roze of geel. De meeste voegen in badkamers zijn cementgebonden en hierdoor niet bestand tegen zuren. Adviseer daarom voor het verwijderen van schimmel altijd een schoonmaakmiddel op basis van chloor (bleekmiddel). De zuurgraad van vloeistoffen wordt uitgedrukt in een pH-waarde van 0 tot 14, meestal zichtbaar op de verpakking. pH-neutrale vloeistoffen, zoals leidingwater, hebben een pH-waarde van 7. Voor schoonmaakmiddelen op basis van chloor/bleek is dit 7 of meer. Schoonmaakmiddelen als groene zeep zijn ongeschikt omdat deze een vettige laag achterlaten, waarop vuil en schimmel zich kunnen hechten.

Vooral in waterleidinggebieden met 'hard water' kan kalkaanslag ontstaan op tegels, voegen en sanitair. De meeste kalkwerende schoonmaakmiddelen zijn zuur. Door hun lage pH-waarde worden cementgebonden voegen bij elke reiniging aangetast, met mogelijk lekkage en schade tot gevolg. Adviseer daarom het tegelwerk zoveel mogelijk met schoon leidingwater te reinigen en alleen op plekken met kalkaanslag of ander vuil het schoonmaakmiddel te gebruiken. Vooraf moet het tegelwerk, inclusief de voegen, goed worden natgemaakt. Hierdoor dringt het schoonmaakmiddel minder diep in de voeg binnen. Na het schoonboenen van het tegelwerk dient het intensief te worden nagespoeld met schoon leidingwater. Hierna de wanden droogwrijven met een doek en de tegelvloer droogvegen met een trekker.