Het eerste wat je doet, is checken met wat voor soort vloer je te maken hebt. In nieuwbouw is dit meestal wel duidelijk, maar vooral op renovatieprojecten liggen er nog weleens verschillende vloervelden naast en door elkaar. Tref je in nieuwbouw tegenwoordig meestal zand-cement en anhydriet aan, in bestaande gebouwen en woningen kan het van alles zijn. Bijvoorbeeld monolithisch afgewerkt beton, hout, gietasfalt, magnesiet, bestaand tegelwerk of siergrind. Ook kun je te maken krijgen met een bestaande vloerafwerking, of met lijmresten na het verwijderen van oude vloerbedekking. Voor de keuze van het juiste voorstrijk- en egaliseermiddel en de werkwijze is het essentieel om vooraf de vloersamenstelling exact te bepalen.
Een belangrijke stap die nog weleens wordt overgeslagen, is het controleren van de bouwtechnische constructie van de ondervloer. Is deze vrijdragend, controleer dan of er voldoende ventilatie aanwezig is. Soms is deze onderbroken door bijvoorbeeld een eerdere verbouwing of een latere aanbouw, dat onderbreekt dan ook een goede ventilatie. Check bij niet-vrijdragende vloeren die onder het maaiveld liggen of deze contact (kunnen) maken met grondwater. Een geventileerde, vrijdragende vloer kun je direct voorstrijken en egaliseren. In de andere gevallen moet je voor de afwerking met een dampremmende vloerbedekking als linoleum of pvc altijd eerst een vochtscherm op de vloer aanbrengen. Zijn er in zo'n situatie oude lijm- en/of egalisatieresten aanwezig, verwijder die dan eerst volledig. Schade door optrekkend vocht en/of restvocht wordt hiermee voorkomen. Wanneer de vloerconstructie contact maakt met het grondwater en er is sprake van drukvocht, moeten er speciale maatregelen worden genomen. Bijvoorbeeld het aanbrengen van een gietasfaltvloer of een zwevend vloersysteem op een dampdichte folie, voordat je de vloer verder afwerkt voor een dampremmende of dampdichte vloerbedekking. Toch nog twijfels? Je Technisch-commercieel adviseur komt graag langs om de situatie ter plaatse te beoordelen voor een technisch advies.
Ondervloeren met onvoldoende drukvastheid kunnen flinke schade opleveren tijdens het gebruik van de ruimte, wat storend zichtbaar wordt in de nieuwe vloerbedekking. Om dit vooraf te checken, is de zogeheten slaghamerproef een handig hulpmiddel. Een speciaal apparaat, de slaghamer, die je op de toplaag van de vloer drukt, geeft na een slag de drukvastheid van de onderlaag weer. Een andere methode is om met een stomp voorwerp, bijvoorbeeld een beitel, over het vloeroppervlak te schuiven. Hiermee wordt snel duidelijk of een zand-cementdekvloer afzandend is of dat een anhydrietvloer een zachte gipshuid heeft. Afhankelijk van de mate van afzanden, kan zand-cement worden versterkt met 049 Europrimer ABS of, bij sterke afzanding, met 021 Euroblock Reno LE . Zit er op een anhydrietvloer een gipshuid, dan dient deze geheel te worden verwijderd. Extra voorstrijken met een primer is dan wel vaak nodig voor een goede afsluiting. Laat bij twijfel de vloer altijd beoordelen door je Technisch-commercieel adviseur.
Een ander belangrijk aandachtspunt voor de kwaliteit van de ondervloer is controle op scheurvorming en hechting van de afwerklaag op de constructievloer. Hoe problematisch scheuren zijn, hangt af van de omstandigheden. Scheuren in een hechtende afwerkvloer zonder vloerverwarming zijn minder snel een probleem dan in een zwevende vloer. Als er wel vloerverwarming aanwezig is, wordt de situatie kritischer, want door warmtewisseling in de afwerkvloer kan een scheur blijven werken. Maak in dit soort gevallen altijd duidelijke afspraken met de aannemer over de scheurvorming en mogelijke gevolgen daarvan. Afhankelijk van de opbouw van een zwevende dekvloer kan er in de toekomst meer scheurvorming optreden. De kwaliteit van een afwerkvloer wordt bepaald door een samenhang van de juiste dikte, juiste wapening, juiste isolatie en, bij overschrijding van een bepaalde lengte, het juiste dilatatieplan. Het geheel moet kloppend zijn. Zorg er dus voor dat je als verwerker van de vloerafwerking niet verantwoordelijk wordt gehouden bij eventuele toekomstige schade door scheurvorming. Hol klinkende delen in de afwerkvloer hoeven niet altijd tot problemen te leiden. Pas bij een bepaalde drukbelasting van de vloer is een goede doorhechting aan de constructievloer vereist. De situatie wordt kritischer als bij losse delen van de afwerkvloer ook scheuren aanwezig zijn. Lopen die van meer kanten naar één punt toe, dan is extra aandacht geboden. Vullen met 021 Euroblock Reno LE kan dan noodzakelijk zijn. Vraag bij een reparatie altijd na bij je Technisch-commercieel adviseur of de gekozen oplossing te garanderen is.
Pas als duidelijk is dat de vloerconstructie en dekvloer in orde zijn, is het tijd om de toplaag te beoordelen en voor te bereiden. Uiteraard moet deze altijd stofvrij, vet- en vuilvrij, droog, trekvast en scheurvrij zijn. Gebruik voor het stofvrij maken van de vloer een krachtige industriestofzuiger. Vegen met een bezem is echt onvoldoende, dan daalt zo'n 30 procent van het stof weer neer op de vloer. Is de toplaag van een bestaande tegelvloer vet, reinig deze dan met 014 Euroclean . Sterk vervuilde vloeren dienen mechanisch te worden geschuurd of gestraald, waarna ze weer stofvrij moeten worden gezogen met een industriestofzuiger. De trekvastheid van de aanwezige toplagen, zoals egalisatie en lijm, is belangrijk. Controleer altijd of de oude lagen een goede hechting hebben. Bij renovatie kunnen er meerdere lagen lijm en egalisatie op elkaar liggen. Zeer oude lagen, zoals kunstharslijm of bitumen, kunnen zijn versteend en hierdoor onvoldoende aan de ondergrond hechten. Is de vloer op alle facetten onderzocht en daar waar nodig voorbewerkt (eventuele gaten en oneffenheden repareren), dan kun je gaan voorstrijken en egaliseren en staat niets het welslagen van je project meer in de weg.