Het klinkt zo vanzelfsprekend dat voor een goede installatie van vloerbedekking een vlakke ondervloer met een voldoende druksterkte nodig is. De vraag die u zich vooraf zou moeten stellen luidt: welke specifieke eisen stelt de opdrachtgever aan de vloer? Dit geldt zowel voor nieuwbouwvloeren als voor renovatieprojecten. Uitgaande van de wensen en eisen van de opdrachtgever wat betreft de druksterkte en vlakheid, kunt u tijdig beoordelen of deze te realiseren zijn.
Het komt regelmatig voor dat men voor de uitvoering van de werkzaamheden onvoldoende overleg pleegt. Een onaangename consequentie hiervan kan zijn dat de opdrachtgever u na beëindiging van de werkzaamheden aanspreekt op een onvoldoende vlakheid en druksterkte. Hoe goed een egalisatiemiddel ook is, deze kan de dekvloer achteraf nooit meer waterpas maken of een onvoldoende druksterkte oplossen. Met een egalisatiemiddel kan de dekvloer wel vlakker gemaakt worden en de toplaagconditie van deze vloer (al dan niet in combinatie met een primer) een hogere druksterkte geven. Een goed overleg vooraf met uw opdrachtgever over wat haalbaar en niet haalbaar is, kan u achteraf een hoop problemen, en mogelijk zelfs een schadeclaim, besparen.
1. Wat voor soort dekvloer (bijv. anhydriet-giet, zand/cement, monoliet) betreft het?
2. Betreft de opdracht woningbouw, utiliteitsbouw, werkplaatsen of industrie?
3. Welke eisen stelt de opdrachtgever aan de druksterkte van de vloer en wat staat hierover in het bestek vermeld?
4. Welke vlakheidsnorm wordt verlangd? Met een begrip als: 'voldoende vlak' kan men immers alle kanten op. Wat staat er in het bestek beschreven? Het is dus noodzakelijk om hierover vooraf duidelijke afspraken te maken.
5. Hoe zwaar zal de vloer worden belast zodra deze in gebruik is genomen?
Er bestaan vastgestelde normen die als leidraad dienen voor de verlangde vlakheid en druksterkte.
Bij anhydriet-gietvloeren onderscheiden we de volgende druksterkte- en vlakheidsklassen:
Druksterkteklasse | N/mm² |
GD 12 | >12 |
GD 20 | >20 |
GD 30 | >30 |
GD 40 | >40 |
Vlakheidsklasse A
(normale eisen)
Afstand tussen meetpunten in mm | Gem. afwijking ten hoogste, in mm |
100 | 2 |
500 | 4 |
1000 | 5 |
4000 | 9 |
10000 | 13 |
15000 | 15 |
Vlakheidsklasse B
(verzwaarde eisen)
Afstand tussen meetpunten in mm | Gem. afwijking ten hoogste, in mm |
100 | 1 |
500 | 2 |
1000 | 3 |
4000 | 5 |
10000 | 7 |
15000 | 8 |
Bij monoliet-betonvloeren onderscheiden we de volgende druksterkte- en vlakheidsklassen:
Druksterkteklasse
De sterkteklasse van een monolitisch afgewerkte betonvloer moet minimaal B25 zijn en het bindmiddelgehalte ten minste 320 kg/m³. Hieraan gekoppeld kan men kiezen voor een bepaalde strooi-/slijtlaag, opgebouwd uit een bepaalde mix van strooimateriaal. Dit strooimateriaal moet bestaan uit een mengsel van cement, toeslagmateriaal en eventueel kleurstoffen. De samenstelling wordt uitgedrukt per klasse.
Druksterkteklasse
M
MN
MM
MS.25
MS.50
Min. hoeveelheid toeslagmateriaal in strooimateriaal
(in kg per m² vloeroppervlak)
geen instrooilaag
2
4
3
4
Mohshardheid
De te selecteren toeslagmaterialen bezitten een bepaalde hardheid, de zogeheten Mohshardheid, die in groepen is onderverdeeld:
Groep, Toeslagmateriaal
N, graniet, basalt, kwarts(zand), kwartsiet, porfier, chroomslak,
koperslak, titaanlak, gebroken harde steen
M, ferrosilicum, staalkorrels, staalsplit
S, silicumcarbide, elektrorund, natuurkorund (amaril)
Mohshardheid
6 of 7
>5
>8
Vlakheidsklassen
Afstand tussen de meetpunten in mm
500
1000
10000
Vlakheidsklasse- i.c.m. gem. max afwijking in mm
1 (zeer vlak) 2 (vlak) 3 (matig vlak)
3 0 0
4 6 10
10 0 0
Bij zand/cementdekvloeren onderscheiden we de volgende druksterkte- en vlakheidsklassen:
Druksterkte-klasse, Gem. druksterkte van prisma's in N/mm² na 28 dgn
D15, 15
D20, 20
D30, 30
D40, 40
D50, 50
D75, 75
Min. Druksterkte, gemeten aan de gerede cementdekvloer in het werk in N/mm² na 28 dagen
6
12
18
24
30
50
Vlakheidsklasse - i.c.m. de gemiddelde max. afwijking in mm
Afstand tussen de meetpunten in mm
500
1000
2000
4000
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7
Afstand tussen de meetpunten in mm
1,5 - 2 - 3 - 4 - 4 - 5 - 0
2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 8 - 12
3 - 4 - 6 - 7 - 8 - 11 - 0
6 - 7 - 8 - 10 - 12 - 15 - 0
De druksterkte wordt achteraf bepaald aan de hand van de proefstukken uit de verharde dekvloer. In tegenstelling tot anhydriet-gietvloeren en monolietvloeren, bedraagt deze doorgaans slechts 60 tot 80% van de druksterkte die tijdens de uitvoering is bepaald, met proefstukken van de specie. Dit verschil in uitkomsten is vooral het gevolg van de extra verdichting die onvermijdelijk optreedt bij het prepareren van de balkvormige specieproefstukken (prisma´s).
De aangegeven D-waarde van de prisma´s is dus misleidend te noemen. Bij de druksterkte van beton, bijv. B25 (al dan niet monolitisch afgewerkt), of de druksterkte van anhydriet-gietvloeren, bijv. GD20, komen deze waarden overeen met de waarden in het werk. Voor cementgebonden dekvloeren geldt echter dat de aangegeven waarde uit de betreffende klasse met een fors percentage mag/moet worden verminderd. Voor ontwerpers en uitvoerenden, die niet regelmatig bij deze materie betrokken zijn, geeft dit maar al te vaak een verwarrend beeld.
Zoals hierboven aangegeven zijn er nogal wat variaties in afwerkvloeren wat betreft de druksterkte- en vlakheidsklasse mogelijk. Op basis van deze gegevens zult u beseffen dat het niet reëel is als een opdrachtgever zeer hoge eisen aan u zou stellen voor de druksterkte en vlakheid van de aanwezige dekvloer. De hoge kwaliteit in druksterkte (afhankelijk van het gekozen product) en uitstekende nivelleereigenschappen van de egalisatieproducten doen daar niets aan af. Zo is bijv. een zand/cementdekvloer uit vlakheidsklasse 4, met een druksterkteklasse van D15, niet waterpas te maken met een egalisatielaag van gemiddeld 2 mm, of qua druksterkte op te waarderen tot bijv. D40.
Voor een optimaal resultaat verdient het de aanbeveling uw opdrachtgever met goede argumenten te overtuigen van de juiste keuze voor een hoogwaardig product. Alleen dan bent u in staat om te voldoen aan de hoge vlakheids- en druksterkte-eisen die uw opdrachtgever aan het werk stelt.
Bronvermelding Ontw.
NEN 2743: 2003
NEN 2741: 2001
NEN 2747: 2001
CUR aanbeveling 62
NEN EN 13813: 2003 (Engelstalig)
De NEN-normen zijn verkrijgbaar bij het Nederlands Normalisatie Instituut
Vlinderweg 6
2623 AX DELFT
T 015 - 269 03 90